Ze legde me in het lang en het breed uit hoe dikwijls ze welke bijdrage moest betalen en bij welke groep ze dan welke ‘sociale’ ondersteuning krijgt. Heel ingewikkeld!
Het komt er op neer dat ze maandelijks bij elke solidariteitsgroep een bijdrage betaalt en als ze dan ‘problemen’ heeft, wordt ze geholpen: bv bij een sterfgeval, ziekte, .... (bij een bepaalde groep werd er zelfs afgesproken hoeveel kilo rijst en hoeveel bakolie je krijgt bij ‘welk’ probleem).
Bij de spaargroep, ‘spaart’ ze drie keer per week, telkens bijna een half dagloon! Wat er die dag gespaard wordt, wordt aan één van de leden gegeven. Vermits ze met 24 leden zijn, komt iedereen om de twee maanden aan de beurt. Saphura vindt dat een ideaal systeem. Haar bankrekening heeft ze afgesloten. Dat kostte te veel! Als ze geld ‘over’ heeft, zet ze dat op haar gsm want telefoon-banking is hier heel gewoon!
Woensdag zijn we naar de begrafenis geweest van Saphura’s ‘grote’ moeder, ‘mama mkubwa’. Eigenlijk is dat haar ‘tante’, maar hier zijn alle zusters van je moeder, ook je ‘moeder’. En soms is zo’n tante ‘meer’ moeder dan je eigen moeder. Dat was zo bij Saphura’s ‘grote’ moeder.
In 1999 zijn we samen met Saphura ‘mama mkubwa’ gaan bezoeken. We kwamen er heel onverwacht aan want toen waren er hier nog geen gsm’s. We werden uitzonderlijk hartelijk ontvangen. Ik dronk er mijn eerste thee van citroengras – lekker!
Een begrafenis is ook een groot solidariteitsverhaal. Handen kom je meestal niet te kort. Iedereen helpt wel mee. En als het financieel wat moeilijk wordt, dan zijn daar gelukkig weer de solidariteitsgroepen die meehelpen.
Marie-Claire