De rit naar Bukoba ging vlot. Tegenwoordig zijn er ook personenwagens die naar Bukoba rijden en die zijn véééééél sneller vol dan een busje. De auto van zaterdag vertrok reeds toen er nog ‘maar’ drie passagiers in zaten (4 eigenlijk want de chauffeur natuurlijk ook nog). De eerste 10 km bleef dat zo. Wat een luxe! Na een aantal stops, zaten we uiteindelijk dan toch met 4 op de achterbank en met 3 vooraan. We stopten nog een laatste keer om nog eens ‘bij te laden’ want op de stoel van de chauffeur was nog een plaats. Uiteindelijk is het bij deze 8 gebleven.
De terugreis was ‘voller’. Er was geen personenwagen richting Muleba, dus dan maar met het busje. Gelukkig zat ik aan een venster dat open kon, zodat ik soms mijn hoofd naar buiten kon steken om wat naar lucht te happen. Op een bank van 2 moesten we natuurlijk met 3. De klapstoeltjes moesten opgeklapt blijven, want er kunnen meer mensen mee als er ‘staande passagiers’ zijn. En ‘staand’ betekent dan ‘voorovergebogen-hangen-over-andere-passagiers’ want het busje is maar één meter twintig hoog. Ik ben de tel kwijt geraakt na 25. In zo’n busje zijn er 14 officiële zitplaatsen.
Terug in Muleba en verwelkomd door …. mister muis. Bij het binnenkomen springt er eentje langs de kast naar omlaag.
Vanmorgen hoorde ik langs mijn bed plastiek rammelen. Ik sta heel stilletjes op, draag de doos met plastiek voorzichtig naar buiten en oeps … er springt een muis uit.
Ondertussen weet ik wel dat het ratten zijn ipv muizen. Ik blijf ze liever muizen noemen, want dat klinkt minder erg. Ik ben benieuwd hoeveel ‘muizen’ ik nog ga tegenkomen tijdens mijn laatste week hier.
Tot in België!
Marie-Claire