Al vlug voelen we aan dat het Afrikaans denken totaal anders is dan het onze. We zullen er aan moeten wennen. Onze echtgenoten proberen de verkoop te verhogen en bespreken constant wat hier voor gedaan kan worden.
Ondertussen bezoeken wij, de vrouwen, Muleba. In de lagere school zijn alle kinderen mooi in uniform. Het is vrijdagnamiddag en iedereen heeft ‘godsdienstles’. De moslims hun schoenen staan buiten het lokaal waar de Islam-les is. De katholieken zitten onder een boom en krijgen les van een zuster. Iets verder zit nog een groep, Lutheranen misschien? Wat valt het op dat alle religies mooi naast elkaar leven en dat iedereen vredig samen speelt! We kunnen er nog iets van leren.
In het hospitaal heeft Linda, vroedvrouw op pensioen, vooral oog voor de materniteit. Het bezoek is aangrijpend. De toekomstige moeders, met weeën, liggen eerder ‘gelaten’ te wachten. Er wordt amper gekreund. Er tussen ligt een moeder met een schattig pas geboren kindje, te bekomen van de bevalling. Naast de bedden staan overal kommen met eten op de grond. Het eten wordt door de familie van de patiënt klaar gemaakt in een afdak achter het hospitaal. Hoe anders is het hier dan bij ons.
De plaatselijke markt is een kleurrijke belevenis. Vrouwen zitten in open lucht, gehurkt tussen groenten en fruit te wachten op een klant. Het is een drukke bedoening maar toch rustig, want er wordt niet geroepen of geschreeuwd. Wel wordt er steeds hevig onderhandeld over de prijs.
Gepakt en gezakt, komen we van de markt terug en maken van onze avocado’s, mango’s, witte kool, wortelen, tomaten, ajuin, ... een heerlijke, verse salade.
Marie-Josée