Moedig
Het hele proces is helemaal anders dan vorig jaar. De werkverdeling is anders. Het tijdstip waarop ze fruit mogen beginnen te snijden is veranderd. Het voorfilteren van het sap is anders. Er wordt nu heet water van de zonneboilers bij het sap gedaan. De flesjes worden anders gewassen. De kerstbomen die vroeger gebruikt werden om de flesjes te drogen, zijn niet meer nodig. De temperatuur van het sap wordt constant gemeten. Als het niet warm genoeg is dan wordt het automatisch terug gepompt naar de mengtank. Als het warm genoeg is dan gaat het naar de afvultank.
Eens het stopje erop wordt het flesje in een warm water bad gelegd.
Het is mooi om te zien wat er ondertussen allemaal veranderd is en hoe goed het allemaal loopt … ALS er elektriciteit is tenminste. Want dat is een heel ander verhaal.
Maandag waren ze een uurtje bezig toen de elektriciteit rond negen uur uitviel. Om half één was er terug elektriciteit en kon alles van voor af aan opnieuw beginnen. Omdat alles vlot verliep werd om vijf uur beslist om door te werken en al het fruit te verwerken. Ze zouden dan klaar zijn tussen zeven en acht uur. Om half zes viel de elektriciteit opnieuw uit! Omdat de elektriciteitsmaatschappij niet kon garanderen dat het probleem snel opgelost zou zijn, werd al het sap dat in de leidingen zat, afgetapt om er daarna met de compressor (die nog vol lucht zat) water door te persen zodat het sap niet zou aankoeken in de leidingen. Toen dat gedaan was, was er terug elektriciteit. Omdat er nog sap in de mengtank zat, werd er beslist om het sap nog te pasteuriseren en in flesjes te doen. En twee kratten verder .... terug weer geen elektriciteit. Het hele systeem van ‘sap uit alle leidingen aftappen’ werd overgedaan, in ’t pikkedonker.
Gisterenmorgen opnieuw proberen. Het sap werd uit de mengtank gehaald, het hele systeem werd grondig schoongemaakt en dan ... opnieuw ... geen elektriciteit!
Tja, dan maar het sap gekookt op de nieuwe gasbekinstallatie (en niet op het houtskoolvuur zoals ze vroeger deden) alles voorlopig afgevuld in grote flessen, om te voorkomen dat het sap slecht zou worden.
Rond één uur was er weer elektriciteit en begon iedereen opnieuw vol goede moed. Rond zeven uur was alles ‘eind goed, al goed’.
En dan kom ik opnieuw te weten hoe moeizaam werken én leven hier is. Jaar in jaar uit. En toch houden ‘zij’ de moed erin en klagen en zagen ‘zij’ minder dan ‘wij’.
Marie-Claire